De kinderen weten hoe dag en nacht ontstaan, weten dat de tijd niet overal op de wereld hetzelfde is, weten met welke instrumenten je tijd kunt meten, kennen verschillende tijdseenheden, ontdekken dat het moeilijk is om tijd te bepalen zonder instrument, kunnen zelf een instrument maken dat de tijd meet.
6-12 jaar 1.5 uur
Deze workshop werd ontwikkeld voor het sport & wetenschapskamp 'Tiktak... BOEM! De tijd onder de loep' van de HOGENT door Karlijn Franck (medewerker cel wetenschapscommuniatie van de HOGENT)
download de ficheVerdeel de groep in groepjes van twee. Vertel dat we gaan testen of de kinderen weten hoelang 1 minuut duurt. Per groepje krijgt 1 kind een chronometer, de bedoeling is dat kind 1 een teken geeft vanaf wanneer hij/zij de chronometer laat lopen, kind 2 moet roepen vanaf wanneer hij/zij denkt dat er 1 minuut voorbij is (chronometer wordt stopgezet). Hoeveel tijd is er effectief voorbij op de chronometer? (dit proefje wordt herhaald zodat elk kindje eens kan ‘schatten’)
We gaan het experiment nu herhalen: nu moeten de kinderen samen een manier bedenken om beter te kunnen inschatten wanneer 1 minuut voorbij is. Dit kan bijvoorbeeld door te gaan tellen of door streepjes te zetten (laat de kinderen hier zelf wat over nadenken en laat ze het vervolgens uitproberen).
Voorbereiding: leg al het materiaal dat nodig zal zijnklaar op enkele tafels (flesjes, potloden, karton, scharen, tape en zand). Vertel hoe een zandloper werkt: het zand valt door de zwaartekracht naar beneden (door de zwaartekracht worden dingen naar de aarde toe getrokken), dit gebeurt altijd met dezelfde snelheid. Daardoor kun je met een zandloper dus altijd betrouwbaar de tijd meten.
Opdracht 1: De kinderen mogen het materiaal op de tafel komen bekijken en op basis daarvan moeten ze een tekening maken van hoe ze hun zandloper gaan maken. Geef hen hier eventjes de tijd voor en bespreek de verschillende ontwerpen in groep. Vraag hoeveel zand ze gaan gebruiken, hoe groot ze het gat in het karton gaan maken, en hoe ze de twee flesjes aan elkaar gaan vastmaken. Let op, hoe groter het gaatje, hoe korter het duurt voordat al het zand eruit is. Hoe meer zand er in het flesje zit, hoe langer het duurt voordat het allemaal beneden is. Het is belangrijk dat er droog zand en droge flesjes gebruikt worden.
Opdracht 2: De kinderen gaan nu zelf aan de slag! Een zandloper kan op volgende manier gemaakt worden:
Opdracht 3: test je zandloper uit: pak de chronometer, draai de zandloper om en zet de chronometer aan. Hoe lang duurt het voordat al het zand beneden is?